DE ZON ZIEN ZAKKEN IN DE ZEE?

_voo013200001ill0049

Hij die, uit vrije keus,
En in zijn achter kamer,
Met hoofdpijn als een hamer;
En volgestopten neus,
Met klemming op zijn water,
En lusten als een kater,
En met een stijven nek,
En vijf gebroken ruiten,
En deuren, die niet sluiten,
Met ’t Pootje in zijn kuiten,
Er uitziet als een gek;

Is min nog te beklagen
Dan hy, die drie paar dagen,
In ’t woelziek schoolvertrek,
De veestlucht en den drek,
De snotneus, d’ezelsvragen,
’t Afzichtlijk nagelknagen,
Het krabb’lend luis-verjagen,
De vuile witte kragen,
En ’t hartverduiv’lend plagen
Der Jonkheid moet verdragen.

 (De Schoolmeester, Gerrit van de Linde 1808-1858)