MEER DAN OOIT

Een gehalveerde knolselder? Het zou net zo goed een doorsnede van mijn gemoed kunnen wezen, want wat valt er weer veel te verwortelknollen, als ik binnenskamers mijn vermoeide selderblik naar de mensen & de wereld richt.

Die rep & die roer, die volkse vulkaanuitbarstingen & die oververhitte lavastromen. En net als die knolselder wil ook mijn gemoed liever niet tot schilfers worden geraspt, of gebakken worden in de pan. Bovendien, noch knol noch eigen binnenbol zijn uit op een confrontatie met de staafmixer. Trouwens de hele wereld ruikt sowieso al naar zuur geworden soep die niemand nog lust.

Er werd & wordt gestorven door namen die er niet om liegen. Op de force of per ongeluk, of god mag weten waarom, maar de ongenadige maaier heeft blijkbaar zijn zeis nog eens duchtig gewet & vervolgens in ’t wilde weg uitgeprobeerd.

Tot & met die prachtige Gaspard Ulliel moest er aan geloven: stop the camera! In ruil voor dat arme vermoorde kind dat een ander -een mens nog wel?- reeds op eigen handje voor zijn rekening had genomen. Daar kan Magere Hein dus niet tegen, zelfs hij vindt zoiets onvoorstelbaar vanuit menselijk standpunt gezien.

Bovendien, geen draad ter wereld waar niet één of andere vuile was aan hangt te bengelen. En ook die onthutsende Brusselse zondag weer, erger dan ooit zelfs. Men wist wat er onlosmakelijk van zou komen, maar het protestbord was kant & klaar op z’n stok getimmerd, dus we gaan! Daarna dan het gemekker van ‘over één & dezelfde kam te worden geschoren’. Dus daar steekt hij weer vanzelf z’n kop op: die fameuze slotzin Van Gerard Walschap’s roman Thor: ‘De mens, ge kunt gij daar niet aan uit.‘ Versus mijn eigen kreet:“Dit geloof je toch niet meer!”

’t Is goed in ’t eigen hert te kijken, nog even voor het slapen gaan? Echter, het werd een documentaire die er ook niet om loog: over de vreselijke aanpak van die opstand in de gevangenis van Attica, New York in 1971. Het was dat mijn haren niet gewassen waren geraakt & er dus nogal slap bij hingen, anders waren ze ten berge gerezen. Als ik ze al niet had uitgerukt, ware ik niet zo kleinzerig.

Maar zie dit aandoenlijke ventje. Echter, je moet er toch niet aan denken, dat het later horens op zijn kop zal zetten om alles kort & klein te gaan slaan in Brussel. Of dat het nooit zoiets zal meekrijgen als bijvoorbeeld die boodschap van Klara ‘blijf verwonderd’. Of dat het binnen twee jaar vermoord zal worden. Of dat het zich op z’n 37ste te pletter zal botsen op een skipiste in La Rosière. Doch telkens als ik mijn geloof in de mens voel slinken ga ik naar dit verbaasde ventje kijken en voel ik mij alsnog weer ten diepste geroerd door het begrip ‘mens’. Moge die smeltende marshmallow nog lang in die hete koffie blijven drijven.

Echter, voetjes op de grond: er zullen er ook altijd van dezulken zijn, dat heb ik inmiddels eveneens ten diepste leren beseffen. Maar kom, aan mijn selderkop te zien zal men allicht terecht mogen zeggen: het mens wordt oud, hé. Daar durft de jeugd al eens moeite mee hebben, en soms inderdaad van kleins af aan.

Gelukkig heeft Madam Knolselder een inwendige atoomschuilkelder, met daarin een goedwerkende distileerinstallatie. Al krijgt ook daar het strijkijzer lang niet alles meer gladgestreken, en komt er tranenthee aan te pas, die als strijkhulp moet dienen. Of Robert Long die zingt: ‘Meer dan ooit, heb ik jou nodig, meer dan ooit kan jij niet zonder mij, voor je ’t weet zijn mensen overbodig, nu we leven in…

THE ONE & ONLY BERNARD DEWULF

In de keuken, bezig het kerstfeest voor te bereiden, kreeg ik via het radionieuws de plotse dood van Bernard Dewulf in het hart gestoten, alsook in de ziel, die mij meteen begon toe te fluisteren: ‘Vanaf nu is uw eigen doodgaan sowieso alweer een stuk minder erg, nu hij voortaan zo voelbaar zal ontbreken’. Want zie dat oog, zie die blik & al wat hij daarmee zag: hij is er helaas voorgoed mee vandoor.

Wie er ’Bernard’ aan toe is, die moet beslist Dewulf lezen. Hij zal je alsnog onmiddellijk bijstaan met zijn taal & zijn tekens, via de zachte krachten van zijn zegging. Elk woord dat hij ter tale tilde, was fier onder zijn kwaliteitslabel te mogen vertoeven. Elke woordenaar dong naar zijn gunsten, maar hij had, als geen ander, de Steen der Wijzen op zak, de steen die het vuur weerstaat, maar het ook niet dooft. Bernard Dewulf, die primus inter pares, die eerste onder zijns gelijken, die meest nog nodige van allemaal: he has left the blue planet.

Hij die licht & donker als geen ander wist te verbinden, of juist uit elkaar te houden, al naargelang. Als vuur dat op water bleef branden, als het blauwe uur dat de dag & de nacht met elkaar verbond. Eenzaam afwezig plots in elk voor, alsook in elk tegen. Als een neergeschoten wolf in een ‘donker bos, zo geheten naar het niet licht geven’. Niet te geloven, wat een ondraaglijke gedachte.

The One & Only Dewulf in het plots zo veranderde hier & nu. Als een steekvlam in de nacht aan ons voorbij gegaan, met zijn verblindende dood, met zijn veel te vroeg ontnomen leven, met dat bruusk gestopte brein van hem. Quis non fleret.

Nog nooit met eigen ogen het noorderlicht gezien? Dat wonderlijke lichtschijnsel in de aardatmosfeer, veroorzaakt door de zonnewind, bij uitbarstingen van plasmawolken op de zon? Laat u dan maar verwonderen door het ’woordenlicht’ van Bernard Dewulf, dat daar blijkbaar niet voor onder hoeft te doen, het slingert eveneens grote hoeveelheden geladen deeltjes het heelal in. Zoek de zeven verschillen? De zeven overeenkomsten zullen heel wat vlugger gevonden zijn.

Een alchemist was hij, tenslotte, misschien nog het meest. Het onmogelijke nastrevend, want dat is toch precies wat Bernard Dewulf deed: de taal distilleren, zijn woorden zuiveren & verzilveren, tot er iets aan-goud-gelijk overbleef? Laat hem maar in zijn zonneboom kruipen, hij weet wellicht tot in zijn dood waar hij mee bezig is. Daarenboven, het gevleugelde was hem sowieso al niet vreemd.

In ieder geval, het lijkt wel of hij de eeuwenoude sleuteltekst van de Smaragden Tafel zelf heeft geschreven: ‘Scheidt liefdevol & met groot inzicht & wijsheid de aarde van het vuur, het fijn gewevene van wat hard is, dicht & gestold. Beneden is zoals boven, en boven is zoals beneden. De vader ervan is de zon, de moeder ervan is de maan, de wind heeft het gedragen in zijn buik’. Hij wist er alles van.

Dus, zit je ooit in de schuurzak: Dewulf zal je alsnog genezen van het ergste. Niet met wapenzalf of poeder van sympathie, maar met ’zijn reine redenen, gezuiverd zeven maal’. Wittgenstein zei het al: ”Woorden zijn ook daden.”