LET OP DE AARDE?

Mmmm… taart…
Daar hoort sowieso een lekker kopje koffie bij?

Niet voor deze Mona Lisa in haar kogelwerende glazen behuizing. De heerlijke slagroom maakt alleen maar wat witte vegen op haar kleine ‘kamer met uitzicht’. Ze hoeft echter nooit verder te kijken dan haar neus lang is: er is alleen maar dat eeuwige uitzicht op een drukke schare mensen met omhoog gestoken gsm’s, goed voor een ultieme foto met-eigen-mobieltje gezien. Maar wat riep die plotse taartgooier ook alweer: “Sommige mensen proberen de aarde te vernietigen! Let op de aarde!” Of bedoelde hij misschien: let op de ‘waarde’? Van de aarde..?

Echter, wat een verrassend klein schilderijtje is die Mona Lisa: amper 77 cm op 53. Geschilderd met olieverf op een paneel van populierenhout. Dagelijks passeren er zo’n slordige 30.000 bezoekers die zich er rond staan te verdringen. Laat staan dus dat je het ooit fatsoenlijk zou kunnen bekijken. Je voelt je al gauw niet meer geroepen om je door die massa heen te gaan wringen, integendeel, er gaat een welhaast lachwekkende gewaarwording van uit. Wélke geheimzinnige glimlach? Heb ik die niet al duizend keer (al-dan-niet) gezien?

En lacht ze nu of lacht ze niet? Ze vertoont in ieder geval niet die zogenaamde ‘twaalf tanden van de glimlach’ dus ze zal er alvast geen lachrimpels aan overhouden. En ook die duizende verfkrakjes kunnen eveneens niet door haar onbeweeglijke zelf zijn veroorzaakt. Niettemin blijkt menige man ooit bloemen & gedichten voor haar te hebben neergelegd. Ze heeft daar trouwens nog altijd haar eigen brievenbus voor de liefdesbrieven die haar worden toegeschreven.

Maar zelfs een schilderijvrouw wordt eveneens voortdurend belaagd: is het niet met zuur, of met stenen, dan is er wel weer een boze Russin die er haar theekopje tegenaan gooit omdat ze de Franse nationaliteit niet heeft verkregen. Echter, nog frappanter: ze is zelfs gestolen geweest door de Italiaanse museum-mederwerker Vincenzo Peruggia, omdat hij vond dat de Mona Lisa thuishoorde in Italië, alwaar ze volgens hem in het Uffizi van Florence zou komen te hangen.

Er werd twee jaar lang zwaar gerouwd in het Louvre om Lisa’s aanwezige afwezigheid, het lag er eens te meer vol bloemen onder haar nagelaten leegte.

Maar zoals is gebleken: ze keerde weer, na een bedenkelijk verblijf van twee jaar onder Peruggia’s bed, of was het onder zijn fornuis? Echter, toen hij de opgerolde Mona Lisa ten berde bracht bij een Italiaanse kunsthandelaar kwam hij ermee in de problemen, en werd er toch zwaar getwijfeld aan zijn -nobele?- bedoelingen.

Mona kreeg meteen haar eigen geklimatiseerde kamer in het Louvre, met daarin niet een glazen kist zoals Sneeuwwitje, maar wel als het ware een kogelwerende glazen kooi. Zodat iedereen zich weer met een gerust hart kon afvragen: waar zijn haar wimpers & haar wenkbrouwen? Per ongeluk weggevaagd tijdens een restauratie, of is het schilderij niet helemaal afgeraakt omdat Da Vinci een gedeeltelijke verlamming kreeg in zijn rechterhand, toen hij er aan bezig was?

Haar wimpers & wenkbrouwen blijken uiteindelijk gewoon vervaagd door de tijd die er overheen is gegaan. En dat zal de tijd allicht blijven doen, net zoals over ons allemaal. Tot we voorgoed verstopt worden onder zijn bed van voorbijheid, om nooit meer te worden terug gevonden. Er is tenslotte maar één Mona Lisa.

SILVERSHEEP

Ga ik de vreselijk gesnavelde havik Patroesjev, die Poetin blijkbaar de oorlog heeft aangepraat, mijn geestesoog laten verduisteren? Met in zijn kielzog de zogenaamde ‘Siloviki’ alias ‘de krachtpatsers’, zoals de leiders van de FSB, de Russische veiligheidsdienst worden genoemd, berucht om hun desinformatie-campagnes: ik dacht het niet. Moge de ‘Sound of Beauty’ z’n werk blijven doen.

Hoogtijd om mijn geliefde Silversheep-T-shirt weer eens uit de kast te halen. Zowel de tijd als mijn bewolkte gedachten zijn er rijp voor: zowel voor die glinstertjes als voor die fascinerende boodschap: you can be a silversheep too! Want wie wil er uiteindelijk – eenmaal tot de jaren van zielsverstand gekomen- geen zilverschaap zijn? En geen havik of geen wolf die het ooit te pakken krijgt.

You can be a Silversheep too, dat klinkt toch als een bemoedigende belofte? Jij kan ook zo blinken, schijnt het te beloven, daar hoef je niet eens het Lam Gods voor te zijn. Ook silversheep eist die hemelse gloed niet op voor zichzelf alleen.

En nee, Silversheep zal ook nooit last hebben van hoefrot, die schattige klauwtjes hoeven niet gekapt te worden, zoals dat bij de echte schapen wel het geval is. In Engeland & Schotland wordt er gezegd dat schapen gouden hoeven hebben: door hun kleine gespleten ‘voetjes’ loopt een kudde schapen tijdens de winter alle kuilen, sporen & bulten in de weides weer geleidelijk dicht, waardoor alles weer egaal wordt tegen de zomer. Alzo verstevigen ze ook de dijken.

Bovendien hoeft Silversheep ook nooit geschoren te worden tijdens de ‘schaapscheerderskou’ in juni, wanneer de noorderwind voor een periode van koelte zorgt, waardoor het geschoren schapenvel niet meteen gaat verbranden door de zon. Je zal maar dat Nieuw-Zeelandse schaap Shrek of Chris zijn, die zich beiden jarenlang niet wilden laten scheren en zich verstopten in de grotten, tot ze dan toch gevangen werden: scheerbeurten van 27 en zelfs 40 kg wol!

Silversheep heeft overigens ook geen darmen waar men condooms of vioolsnaren van wenst te maken, en het kan ook nooit een ‘verwenteld schaap’ worden genoemd: een schaap dat op z’n rug komt te liggen, en dat zich bijgevolg met een volle vacht niet meer zelfstandig om kan draaien. Indien zo’n schaap niet snel geholpen wordt kan het stikken, doordat de longen zwaar in de verdrukking komen. Ben ik een schaap in ’t diepst van mijn gedachten, een al dan niet zwart of onnozel schaap? Vraag dàt misschien maar eens aan de kat..

Ook Silversheep zal nooit een schaap-in-onmacht zijn, noch alias een ‘onervaren belegger’ die in de beurswereld eveneens ‘een schaap’ wordt genoemd. Schapen kunnen twintig jaar worden? Dat haalt ook mijn Silversheep met alle gemak!

Eet, schaapje, eet,
en vergeet niet wat je weet:

dat de zeer oude zingt,
over waar het schoentje wringt.

MIJ KRIJGEN ZE NIET LEVEND

Altijd een keerzijde. Altijd een onzichtbare achterkant. Zowel van het gelijk als van elke medaille, als zelfs van elke blijde gebeurtenis. Alles heeft z’n prijs: uitgerekend de minder mooiere kant dus, de dag die niet zonder de nacht kan.

Zo viel mijn oog onlangs in de bib op een welhaast niet te geloven titel:
‘Kind, beloof me dat je de kogel kiest’, met als ondertitel ‘Duitsland 1945 en de ondergang van gewone mensen’. Geschreven door Florian Huber en vertaald uit het Duits door Marianne Palm. Wat de achterflappen van boeken betreft: die zijn op (het tweede) zicht meestal wél even boeiend, zo niet nog meer, dan de voorkant. En wat ik daarop las deed mijn geestesoog knipperen van ontzetting.

‘Op 30 april 1945 schoot Adolf Hitler zich in Berlijn een kogel door het hoofd. Op hetzelfde moment begaven zich tijdens het binnentrekken van het Rode Leger in het stadje Demmin honderden mensen naar rivieren en bossen om zich daar van het leven te beroven. Hele families werden weggevaagd, ouders doodden hun kinderen. Demmin is slechts één van de vele voorbeelden: in het hele land werden duizenden mensen bevangen door de zelfmoordepidemie.’

‘Dit boek is gebaseerd op dagboeken, brieven & verslagen, en gaat vooral over de ondergang van gewone mensen. De massa zelfmoorden van 1945 zijn tot op de dag van vandaag een verdrongen hoofdstuk in de contemporaine geschiedenis. Tientallen jaren lang had niemand ook maar enige belangstelling voor het psychisch lijden van de achterblijvers en hun naaste verwanten.’

Ik lees: ‘De nederlaag van het Duitse leger bij Stalingrad was de aanleiding geweest voor een eerste reeks zelfmoorden in het hele rijk, die stoelde op de angst voor het bolsjewisme in het bijzonder, en op de sombere toekomst van Duitsland in het algemeen.’ En geen vrouw die zich nog veilig kon voelen.

‘Deze suïcidale stemming beperkte zich niet tot burgers. De militaire overheden meldden na de ramp bij Stalingrad binnen enkele maanden meer dan tweeduizend gevallen van zelfmoord onder de soldaten van de Wehrmacht, en dat waren er twee keer zoveel als in de eerste drie oorlogsjaren bij elkaar.’

‘Wat tussen al de berichten opvalt, is het lot van de vele kinderen die door hun moeders en verwanten in de ondergang werden meegesleept. Net als de volwassenen vonden ook zij de dood door een kogel, door verdrinking, ophanging of vergiftiging, of doordat ze doodbloedden. Meer dan een derde van de kleine tweehonderd naamloze doden op de begraafplaats van Demmin zijn onbekende jongens, meisjes en zuigelingen…’ Nog 195 bladzijden te gaan.

Wat een onthutsend boek. Ik krijg het slechts mondjesmaat gelezen, maar het verdient niettemin al mijn aandacht. En al helemaal op deze negende mei, denkend aan dat bijna narcistisch machtsvertoon waarmee men vandaag in Rusland de overwinning op Nazi-Duitsland viert, terwijl het nu zelf op brutale wijze huis houdt in Oekraïne. En opnieuw verkrachtingen alom.

De bevrijding van de Donbas? Denazificatie en demilitarisering van Oekraïne? De Navo wilde Rusland binnenvallen? Moeten alle woordenboeken ter wereld de betekenis hunner woorden niet eens duchtig checken? Ondertussen, wat een onpeilbaar zelfgenoegzame glimlach? Mijn god, wat een dubbelzinnige lente.

Altijd een keerzijde. Altijd een quasi onzichtbare achterkant. Zoals in dat boek van Florian Huber. En zoals ook, tussen licht & donker, in mijn eigen hart & ziel.