KERSTMIS

Is dit niet de warmte
waar mensen van dromen:
zo’n engel die op zulke
gedachten zou komen?

Met voor ieder hart en
huis op deze aarde:
zo’n hemelse omarming
van hogere waarde.

Laat hij in ’t licht daarvan
nog op zich wachten:
hou deze engel
toch maar in gedachten.

LEG NEER DIE BAL

Veel van ditte, niks van datte,
weer geen witte, weer een natte?
Zou allicht toch zijn gedooid,
sneeuwbal vooraleer gegooid.

Jij te ver voor het lukrake,
ik te onverricht ter zake?
Bommenregens, zwarte sneeuw,
Munch z’n wereldwijde schreeuw.

Niks konfijten, niks confetti,
doch ik dank Elias Canetti:
voor ‘Het Boek tegen de Dood’
op mijn nachtelijke schoot.

DE WIJSHEID VAN HET NIET WETEN

De Poolse dichteres, Wislawa Szymborska, geboren op 2 februari 1923 en gestorven op 1 februari 2012, is goddank dus toch 89 mogen worden. In 1996 ontving ze de Nobelprijs voor Literatuur, en werd ze door de jury geheel terecht ‘de Mozart van de Poézie’ genoemd.

‘Mooi portret van een gerimpeld, fijnzinnig, bescheiden oud besje… zo hebben we ze graag!’
Met die boodschap kreeg ik dit gedichtenbundeltje van Szymborska op mijn verjaardag toegestuurd door mijn Zusje Intimusje, en wat was ik er blij mee. Er zat ook een hartveroverende DVD bij waarop je haar aan het woord kunt horen. En zo fascinerend.

Zo is het genoeg? Hoe mooi ook die titel: voor mij is het alleszins nog lang niet genoeg. Die vierhonderd wereldberoemde gedichten van haar, in 40 talen, vol met ‘de wijsheid van het niet weten’, ook die wil ik graag nog allemaal onder ogen krijgen. Dat wordt sowieso een boeiende zoektocht, al was dat gisteren in de bib nog niet echt een succes. Wislawa, waar ben je, en hoe zet ik dat grappige streepje door jouw letter L? Ik wil er allemaal achter komen, het is gelukkig nog niet te laat. Hieronder het gedicht ‘De spiegel’ dat als een drone over de verwoeste steden van Oekraïne zweeft, op zoek naar die éne nog héle spiegel?

Ja, ik herinner me die wand
in onze verwoeste stad.
Hij stak bijna zes verdiepingen omhoog.
Op het vierde zat een spiegel,
die spiegel, niet te geloven,
was niet verbrijzeld, zat stevig vast.

Hij spiegelde niet meer iemands gelaat,
noch iemands haren schikkende handen,
geen enkele deur ertegenover,
niets dat de naam verdient
van ‘plaats’.

Het was net vakantie –
een levende hemel die zich erin spiegelde,
beweeglijke wolken in een wilde lucht,
door glinsterende regens gewassen puinstof,
vogels op de trek, sterren, zonsopgangen.
En zo, als elk goed gemaakt voorwerp,
werkte hij feilloos,
met een professioneel gebrek aan verwondering.

°°°°°°°

AAN MIJN EIGEN GEDICHT

In het beste geval
word je, gedicht van me, aandachtig gelezen,
becommentarieerd en onthouden.

Tref je het minder,
dan alleen gelezen.

De derde mogelijkheid is dat
je weliswaar wordt geschreven
maar even later in de prullenmand gegooid.

Je hebt nog een vierde uitweg tot je beschikking:
je verdwijnt ongeschreven,
tevreden mompelend in jezelf.

°°°°°°°