KLEINE PRINS

Scan 261

Drieduizend zesenzeventig dagen vertolken,
welgeteld, uitgeteld, te kort van duur:
hield van de maan & de mist & de wolken,
hield van het licht echter niet van het vuur.

Eksters, kastanjes en bospaddestoelen,
stokken en stenen maar ook pokemons:
immer in staat zich verwonderd te voelen,
zes jaar, onsterfelijk en ‘ene van ons’.

Mooier of meer is het niet mogen worden,
out of the blue geen ontkomen meer aan:
has left the building, left the Blue Planet,
weg van de wereld, geland op de maan.

 

 

GUIDO, MIJN GEZELLE

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Al vliegt je Wittepenne
gestaag steeds minder hoog,
al staat, zwart als de Zenne,
mijn inktpot welhaast droog,

‘k verloor mijn mooiste pluimen
alvast niet zonder meer:
jij blijft mijn blik verruimen,
slagpen werd ganzenveer.

Zelfs ’t bloed dat soms gaat kruipen
waar ’t plots niet meer kan gaan,
zal in mijn inktpot druipen:
mijn naam, hij zàl er staan.

de_naam_marie_briefkaart-r0547f43824ff4551a6fb3a4c596a00e2_vgbaq_8byvr_307 2

1969-2018