
Als je jezelf niet kietelt, lach je nooit? Misschien heb je integendeel de lach wel aan je kont hangen, en is het altijd lachen, gieren, brullen. Of ben je meestal die lachende derde, of liever steevast de laatste, want die lacht het best. Maar of het nu de slappe is of de homerische, de sardonische of de satanische lach: het zal altijd schreien zijn met het ene oog & lachen met het andere. Lachen in jezelf, in je baard of in je vuistje, of als de duivel tegen de dageraad, als een geit op een zinken dak, als een boer die kiespijn heeft: het lachen mag ons niet vergaan. Maar lachende mondekes, bijtende hondekes: lachen moet je leren, schreien komt vanzelf. En anders, lach je niet langer een aap, een bult of een beroerte: koop zo’n haak, en je hoeft er geen spier meer voor te verrekken. Zelfs die vijftien niet versus de meer dan honderd spieren die nodig zijn om te huilen.
LATEN WE SOWIESO ONS LACHJE PROBEREN TE REDDEN.
We werken er het stresshormoon cortisol mee weg, we maken er natural killer cellen mee aan die ons zuiveren van ballast. Overigens, de schrijver Maurits Sabbe zei het begin vorige eeuw al: ”Mijd u van degeen die geen lachen verstaan; ze zullen u spoedig doen schreien.” Helaas, sommige mensen kan men alleen maar amuseren door uit te glijden op een bevroren trottoir of over een bananenschil, zoals Edgar Watson Howe vaststelde?
Tot besluit dus maar die Spaanse copla, in een vertaling van Hendrik de Vries:
DE HALVE WERELD LACHT OM DE REST;
OM ALLES LACHEN IS ’T ALLERBEST.
(*Lachen mag van God, naar het motto van Annie M.G.Schmidt*)