“Mijn gedachten vallen in slaap, als ik ze op een stoel zet”,
verklaarde Montaigne ooit.

Voor mijn eigen vermoeide gedachten alleszins geen stoel
in de hemel, geen praatstoel noch één of ander gestoelte der ere:
ik zie ze moeizaam & onwetend op deze vetstoel kruipen,
jaja, die van Beuys, met die ranzige hoop reuzel op de zitting.
En nee hoor, daar vallen ze niet van in slaap, wel integendeel.
Mijn meest lichtvoetige glijden er onmiddellijk weer vanaf,
doch al mijn andere zinken er verschrikt & bevreemd helemaal in weg:
‘Ingrédients tirés du corps des Juifs’ of de zalvende helende materie die
Beuys ooit het leven heeft gered, toen hij tijdens de tweede wereldoorlog
half bevroren werd teruggevonden door nomadische Tartaren, onder de wrakstukken van zijn boven de Krim neergehaalde Stuka-duikbommenwerper,
waarna hij geduldig door hen werd verzorgd met vet & vilt?
Zijn internationale handelsmerk was/is een vilten Stetson-hoed,
die de zilveren plaat bedekte, die in zijn schedel was ingeplant
vanwege deze zware verwondingen. Vet & vilt blijven een belangrijke
rol spelen in zijn werk. Sindsdien vertrouwt hij de wereld toe:
« Make the secrets productive! »
« Protect the flame! »

‘How to explain pictures to a dead hare’?
Ook dàt valt te leren van Joseph Beuys:
in 1965 liep hij met een dode haas in zijn armen
door een galerie in Düsseldorf, zijn hoofd bedekt met de heilige
substanties bladgoud & honing, en met onder zijn ene schoen
een zool van lood, onder zijn andere een zool van vilt.
Hij legde de haas uit wat de schilderijen & andere kunstwerken
in de galerie betekenden. Zo liep hij daar al pratend 3 uur lang rond.
‘Beuys verwees met deze rituele performance naar het rationalisme
van de mens als een obstakel voor het begrijpen van kunst.’
Tenminste, dat is wat ik over hem lees,
en vervolgens wandelt hij -één & al kleur- mijn geestesoog binnen,
tussen hoop & drempelvrees, met zijn powerful pokerface.

Ondertussen & tot hiertoe werd ik niets vermoedend
om ooievaarskuitenvet gestuurd, heb ik nooit met vette letters
in de krant gestaan of een vetleren medaille uitgereikt gekregen?
Was ik een vette gans die zichzelf heeft bedropen en die alleen maar wist:
als met lichtmis de doornboom lekt drinken de vetweiders wijn?

‘Wer nicht denken will fliegt raus!’
Groot gelijk, Beuys. Nog een ‘vette chance’ dat ik
uw naam alsnog op het hart gedrukt kreeg?
Ik probeer dat alleszins te benutten.
