Het zijn goede geesten die terugkeren? Ze maken er sowieso altijd een feest van met hun vurige tongentaal: “Uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien!” In nieuwe tongen zullen wij spreken, zelfs met die der orgelpijpen & met de strookjes leer tussen de kleppen van onze schoenen?
En of het nu met een scherpe, een gladde, een kwade of een fluwelen tong is: laat de engeltjes er thans maar op pissen, want tussen Hemelvaart & Pinksteren is er een nieuwe vervanger gekozen in plaats van Judas Iskariot en dat mag terecht worden gevierd met losgelaten duiven & hemelse klaroenen.
Maar gesuikerde tongen versus gepeperde harten: moge ons geestesoog er een goede kijk op houden. Niet bang zijn dat de tong slijt, anderzijds een zot is, die zijn ganse geest uitlaat. Het hart op de tong hebben, doch weten: wie gerust wil leven moet zijn tong een toomke geven. Verscheidenheid van tongen dient te worden geduld tot in uiterste doenbaarheid, behalve diegenen -o mijn god- die kwispelen in de mond als lammerstaartjes.
Hoe dan ook, moge de uitstorting van de goede geest andermaal onze taal zuiveren & ons eens te meer verkwikken met glinsterende bevlogenheid.