Bondgenoot Seringenboom,
ook ik mag mij ‘beroemen’
op ’t lastig kriepend kruinsyndroom,
op bruin geworden bloemen,
op eender fel verweerde bast,
na wikken & na wegen
van bloesems als een loden last,
onder te zware regen.
Gij leert mij de verstilde staat
van uitbloei te verdragen,
in ’t licht onder de korenmaat,
voorbij mijn hoogtijdagen.