DE MORGEN

34

 Geil geritsel van gazetten,
het redactievarken knort.
Lunchpakketten, voor ’t vervetten,
niemand doet zichzelf tekort.

Wie zet men vandaag te kakken,
van wie is die hete brij?
Waar is ’t zout, waar zijn de slakken,
kon de nacht wel zonder mij?

Goed nieuws is gauw weggevreten,
hier de truffels, daar het zwijn.
Komt de wereld ooit te weten,
dat wij toffe jongens zijn?