PAASBESTIGHEDEN

Op z’n paasbest, dat had vroeger een werkelijke betekenis. Hoe koud het soms ook nog was, moeder moest & zou haar nieuwe deux-pièce aandoen om naar de paasmis te gaan. Onze acht paar schoenen stonden vanaf paaszaterdag in een lange rij klaar, met dunne nieuwe witte sokjes erin. We liepen er met Pasen allemaal glanzend & pastelkleurig bij, er werd daarin gebibberd & geklappertand, maar dan wel met een uitermate feestelijk gevoel.

Zeker in combinatie met de Klokken van Rome, de prille bloesems & de paaseieren in het bedauwde gras. Alles fezelde over een nieuw begin, na die dramatische Goede Vrijdag, die in mijn kindertijd telkens een diepe indruk op mij maakte. Dat sterfuur, om drie uur in de namiddag, was toen voor mij het meest aangrijpende uur van het jaar. Ze wisten niet wat ze deden? Maar met Pasen was dat lijden gelukkig voorbij. Al weet ik inmiddels wel beter.

De dag van vandaag zie ik de winkels gewoon hun deuren opengooien tijdens het hele paasweekend. Je zou je van minder Marie Melancholie gaan noemen. Ring the bells that still can ring, forget your perfect offering? Ja hoor, die klepel weet ik nog steeds hangen, daar moet ik godzijdank niet voor in een winkel zijn. Bij Leonard Cohen is het altijd Pasen.

Hoewel geen paasei-kindertjes meer in huis, rijst toch weer de familiale vraag: zullen we toch nog eens doen alsof? De tuin staat er sowieso klaar voor: enigszins rillend, maar dat hoort zo met Pasen. De torteltjes zitten gepaard in de pril gebladerde seringenboom, en de houtduifdoffers lopen aandoenlijk diepbuigend over de tuinmuur de duivinnetjes achterna, hun staarten als uitroeptekens omhoog gestoken. Dus komaan, waar wachten we nog op?