Het nieuwe jaar was amper een week oud, en de eerste schandvlekken -die er nooit meer uit zullen gaan- waren alweer gemaakt. Er was zelfs braaksel, covid-spuwsel & bloed bij. Onze hoop op een béter jaar werd meteen de kop ingedrukt, met de kreet: “En dit is nog maar het begin, we komen terug, met wapens!”
Oké, hoop begint altijd in de donkerte. Hoop moet altijd worden aangestoken als een kaars, wil ze kunnen ontbranden. Doch niet elke wiek weet de vlam er in te houden, niet elke hoop overleeft dat bevende begin in het duister. Er is warmte & beschutting nodig om de aanmaak ervan een kans te geven tegen de wind in.
We willen uiteindelijk allemaal hetzelfde? Dat lijkt een simpel gegeven, doch er blijken miljoenen ‘verschillende hetzelfdetjes’ te zijn. Een uiterst rekbaar begrip dus, waardoor ongewild ‘mijn’ welbevinden het ‘uwe’ danig in de weg kan zitten, en andersom. Niet ieder schip vaart onder een eendere vlag, en als die vlag daarenboven ook nog eens gehavend is geraakt, ziet niemand nog wat het verschil is tussen de sterren & de strepen daarop. Noch wiens schip het is.
Dat we zo van gedacht & van mening kunnen verschillen over van alles & nog wat, het neemt soms hallucinante vormen aan. We leven daarenboven op een planeet vol contradicties, tot in de kleinste onderdelen daarvan: boeiend langs hier, vermoeiend langs daar. Maar de tweeling Ja & Nee uit elkaar zien te houden bij hun juiste naam: alleszins een nobele betrachting, en een duidelijk begin?
Niettemin, soms kan je alleen nog maar zeggen: daar is mijn kop te klein voor, nu breekt mijn klomp. Soms komt er iemand aan het licht & aan het woord, die eigenlijk al lang had moeten zwijgen, liefst als vermoord. En in dit specifieke geval bijvoorbeeld door elektrocutie, aan die verzengende haarslierten te zien.
Should auld acquaintance be forgot, and never brought to mind? The American Dream kent vele variaties, en dit is nog maar het begin: we komen terug, met bewijzen! And we’ll take a cup o’ kindness yet, for days of auld lang syne.