ANDERMANS VEREN

9904fc268b009d6d370cf1d54720895a--summer-hats-derby-hats

Niet om er mee te pronken, niet om ze op mijn eigen hoed te steken,
maar gewoon omdat ze zo mooi zijn, zo bewarenswaardig.
Woorden als gouden appelen voor op mijn denkbeeldige zilveren schalen.
Ik heb er schriften mee vol geschreven. Het lamme handje dat ik eraan overgehouden heb, heeft er niettemin een gouden weerschijn van gekregen.

maxresdefault

Leo Vroman:
“Gedrukte letters laat ik u hier kijken
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken,
wat kan ik doen? Ik kan u niet bereiken.”

*

Pablo Neruda:
-“Als drenkelingen sterven wij naar binnen toe,
alsof wij in ons eigen hart verdrinken”.

*

Cees Nooteboom,
in ’s Nachts komen de vossen:
“Ik denk aan je, daar ben ik goed in.”

7-Anselm-Kiefer-Dein-Goldenes-Haar-Margarete-Your-Golden-Hair-Margarete-1981-1

Jan Van Nijlen:
“Het leven, waar dan ook, is een gesukkel.
Ik zal maar blijven waar ik ben, in Ukkel.”

*

Montaigne:
“Mijn gedachten vallen in slaap,
als ik ze op een stoel zet.”

*

O. Henry’s laatste woorden:
“Ontsteek de lichten, ik wil niet naar huis gaan
in het donker.”

*

Goethe:
“Afwezigheid van lichaam is soms beter
dan tegenwoordigheid van geest.”

538341_367327796642048_110289572345873_1032228_1921013453_n

Voltaire:
“Vliegen worden geboren om te worden opgegeten door spinnen.
mensen om te worden opgevreten door verdriet.’

*

Walt Whitman:
“Laat je ziel koel en beheerst tegenover duizend zonnen staan.”

*

Gerard Reve,
gevraagd naar het bestaan van God:
“Bestaan, bestaan… Dat heeft God helemaal niet nodig.”

46570deac0d8bc8d9bfd23c5c9eadce6

Nicolas Chamfort:
“Wie op zijn veertigste de mensen niet haat
heeft nooit van ze gehouden.”

*

Herman Finkers:
“Een vrouwelijke eigenschap waar ik niet zo dol op ben, is uit een misplaatst soort samenhorigheidsgevoel, alles willen doen wat de man ook doet. Daar hou ik niet van. Ik zal u een voorbeeld geven, en misschien herkent u de situatie: we zijn neergestreken op een terrasje, voor een kopje koffie, en ik vraag haar: neem je nog iets bij de koffie? En dan antwoordt zij: “Ik doe wat jij ook doet.” Dan zeg ik onmiddellijk: “Ik ga er een potje bij masturberen”. En die aanpak werkt voortreffelijk.”

f8b585b9dc9479c1a2da96f733b068c1 (1)

Sandor Marai, in zijn roman ‘Gloed’:
“Wat een enorme wanhoop en blinde hoop gaat er schuil
achter de verschillendheid!”

*

Henri-Georges Clouzot, in ‘Zoek niets. Vergeet’:
“De sneeuw besloot te blijven liggen. Hij viel nog steeds uit de hemel
en nam als een monarch de macht over.”

*

Arnon Grunberg, in ‘Apocalips’:
“De kreten die het lichaam slaakt als het niet wordt begrepen.”

*

Nelleke Noordervliet, in ‘Denkende schrijvers’:
“Iemand kan op een mooie manier verkeerd denken.
Kijk, en daar begint het spek te stinken.”

fit

P. F.Thomése:
“Iemand die voortdurend aan jou denkt, het is typisch de wensgedachte van een kind. Het was een bevrijding, moet ik zeggen, om de koningsmantel van de eigen belangrijkheid af te mogen leggen.”

*

Oscar Wilde:
“Alles valt te overleven tegenwoordig, behalve de dood.”

*

Jeroen Brouwers over zijn dokter:
“Zijn handdruk bestaat uit nuffige aanreiking
van een busseltje slappe vingers, hij is mij
op slanke lakschoenen voorgegaan naar zijn spreekkamer.”

1443254567-email-gn

Gerrit Achterberg in zijn gedicht ‘Gevecht’:
“Door de kieren van de morgendeur
steken speren ijskoud licht.”

*

Alfred Kosman:
“God schiep als een voorbeeldig dier,
de nijvere mier.
Zijn tweede schepping was nog beter:
de miereneter.”

tumblr_nrwgqs4dtV1r1thfzo2_1280