Die eigenwijsvingers eigenen zich nogal wat toe
tegenwoordig. Velen onder hen zijn zich blijkbaar gaan
inbeelden, dat hun naam aan gods wijsheid is ontsproten,
als je hen heden ten dage bezig hoort & ziet. Ze houden
zich onvermoeibaar ter lering opgestoken, als wanen zij
zich regelrechte takken uit de Boom van Goed & Kwaad.
Vroeger wist men wel beter: toen waren zij welhaast
verboden vingers. Bij de minste aanstalten om hen op
kinderlijke wijze in actie te brengen, werden zij door
moeders hand overkapt als waren zij roofvogels die tot
rust moest worden gebracht door hen te blinddoeken.
Naar iets of iemand wijzen hoorde (blijkbaar) niet.
Echter, vele wijsvingers van tegenwoordig laten zich door
niets of niemand nog temmen. Ze zijn zich superieur
gaan wanen, sinds zij er achter kwamen dat, indien zij
zouden worden geamputeerd, de andere vingers voor
lange tijd gedesoriënteerd blijken te functioneren. Dat is
hen behoorlijk naar hun toppen gestegen, zoveel is duidelijk.
Vroeger werden wijsvingers ‘Likkepotten’ genoemd, doch
dat vinden zij inmiddels een uitermate stigmatiserende
benaming, al weten pindakaas- & nutellapotten wel beter:
geen wijsvinger ter wereld die er niet toe overgaat om hen telkens
opnieuw een vette vinger te draaien, soms wel vijf keer achtereen.
Van hun vier medevingers denken zij slechts: ach. De duimen
leggen betekent toch maar mooi: het onderspit delven,
nietwaar? Of desnoods valt er iets uit de zuigen, wat neer-
komt op nonsens uitkramen. En dan die onnozele like-
duimpjes, die zijn al helemaal niet au sérieux te nemen.
Vervolgens heb je Langeman, die beruchte fuck-you-finger:
nou moe, is dàt even een afgezaagde verschijning, zeg.
De gloeistok van de minus habentes, kortom, zeg maar
de belachelijkaard der High-Five’s, ja toch?
Met daarnaast dan een vinger die het rancuneus hoog
in zijn kneukels heeft, omdat hij zogezegd de ringdrager
is, en zich daarom als een plechtigaard pleegt te gedragen.
Echter, geen ring zonder gewring, alsof hij dat nog niet
weet. Trouwens, hedendaagse wijsvingers dragen ook ringen.
En ja, dan heb je tenslotte nog Pinky: aanvankelijk wel
een enigszins ontwapenend geval, maar al gauw voortijdig
aan het werk gezet als interim- neuspeuteraar,
wanneer wijsneusvinger daar te dik voor is geworden,
of er zich te goed voor voelt.
Jaja, neenee, wijsvingers spannen duidelijk de kroon,
zo lijken ze van zichzelf te denken. Dat wist E.T. overigens
toch maar glorieus te bevestigen met zijn gloeiende vinger:
“Phone Home…! Sindsdien hebben veel vingerlingen zich
eveneens zo’n gloeiende top aangemeten, waarmee zij de
dolenden & de dwalenden menen de les te moeten spellen:
pas op, gij zijt niet goed bezig, trek maar eens aan mijn vinger!
Vandaar, ze stinken, die oplichtende vingers. En duidelijk
voorzien van ledlampjes, die quasi niks verstoken, want ze
branden dag & nacht. Ze zijn daarenboven met zovelen
tegelijkertijd actief, dat ze nauwelijks nog zijn te ontwijken.
Zelfs de wijsvingers van je eigen handen zijn niet meer echt
te vertrouwen.
Knip of bijt ze dus de nagels af ! En hou ze uit je kookpotten!
Er is per slot van rekening maar één vinger die mag wijzen
en die zich mag opsteken: de ‘goldfinger’ van het Heilig Hart,
die daarmee alleen maar -en terecht- naar zichzelf verwijst.