WEERAL?

Zijn we weeral einde zomer,
tuin die plots de toon aangeeft?
‘t Najaar kent geen mens, geen dromer,
die niet ergens spijt van heeft.

Maar wat hou ik van je geuren,
herfst, en van je zacht gezucht,
van je kladders & je kleuren,
van je bruingebakken lucht.

Tel je uren, niets blijft duren,
wesp die vreugd noch vrucht ontziet,
scheer je weg van mijn kwetsuren,
ik verdraag je roofzucht niet.