VRIENDSCHAP?



“Iedere vriendschap is een onopvallend drama: een subtiele reeks verwondingen” zegt de vlijmscherpe Roemeens-Franse filosoof Emil Cioran daarover. Hij wordt dan ook een ‘denker van de nacht’ genoemd, een ‘erfgenaam van Nietzsche, en zijn eerste publikatie droeg de titel ‘Hoogtes van wanhoop’. Maar toch: vriendschap  kan heel wat teweeg brengen als zij haar naam waardig is:
fight me, I can take it?
“Vriendschap is een afgekoelde vorm van liefde, het eigenbelang is net wat minder”, zegt Nietzsche zèlf daarover.
Elke definitie blijkt een confrontatie te zijn, maar hoe beschamend ook, wij mogen onszelf niet ontzeggen een mens te zijn? Het afleggen van onze pretenties voltrekt zich als een ongenadige uitkleedpartij: plus est en vous, moins est en moi.
“VRIENDSCHAP IS EEN ZONE ZONDER GEVAAR”
zegt Cornelis Verhoeven dan weer. Dat is alleszins een welgekomen & hartverwarmende visie.
De gerenomeerde Amerikaanse psycholoog Daniël Wegner poneert de stelling dat mensen die elkaar goed kennen een impliciet gemeenschappelijk geheugen creëren -een transactief geheugensysteem- dat gebaseerd is op inzicht in wie het geschikst is om bepaalde informatie te onthouden. “Relatievorming wordt vaak opgevat als een proces van wederzijdse zelfonthulling en aanvaarding. Toch kan het ook opgevat worden als een noodzakelijk voorstadium van het transactieve geheugen. Juist het verlies van dit soort gemeenschappelijk geheugen maakt een scheiding mede zo pijnlijk. Verlies van het transactieve geheugen wordt ervaren als verlies van een deel van de eigen geest.”
Zo meent de wetenschap te onderzoeken & te ondervinden, dat ons transactieve geheugen wordt beïnvloed door ons toenemend internetgebruik. Net zoals onze ‘vriendschappen’?
Ik noteerde beklijvende uitlatingen van schrijvers waarmee ik  -zij het slechts boeksgewijze- in bed heb gelegen, zoals bijvoorbeeld Arnon Grünberg, die bekende:
-”Het gevoel tekort te schieten tegenover de mensen van wie ik zou moeten houden, is een terugkerend gevoel in mijn leven, en een dat steeds pijnlijker wordt”. Hoe herkenbaar.
Of zoals Connie Palmen dat verwoordde:
-“Ik ervaar iemands bekommernis om mijn geluk altijd als iets heel benauwends. Want dan durf ik niet te laten zien dat ik verdriet heb, of dat iets me dwars zit, uit angst dat die ander dan weer ongelukkig wordt. En zo zit je elkaar voortdurend te bedotten.”
Gij zult uw oneerlijke naaste beminnen met uw oneerlijke hart? Wijsheid is een kind van de eenzaamheid, daarom schuwt de filosoof de groep?
In zijn Parijse tijd liet Voltaire zich eens overhalen om mee te doen aan een orgie. Toen dezelfde groep mensen hem enige tijd later opnieuw kwam vragen om aan een orgie mee te doen, weigerde Voltaire echter: “Nee, dank jullie wel, vrienden. Wie één keer meedoet is een filosoof, wie tweemaal meedoet, is pervers.”

Laten wij het houden bij ‘benevolentia’: onderlinge welwillendheid. En denken aan die onsterfelijke dichtregel van Jacob Israël de Haan:
‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’.
Of aan ‘le cri de coeur’ van Montaigne:
“Want voor de vreugde van passend & aangenaam gezelschap is mijns inziens geen prijs te hoog.
O, een vriend! Hoe waar is het gezegde, dat het bezit daarvan noodzakelijker  & verkwikkender is dan de elementen water & vuur!”