AKTE VAN BERUSTING

logo_465x320
Niet meer bij machte u te spreken,
verbannen naar een druipsteengrot,
-dus toch weer achterom gekeken-
ben ik de vrouw van eigen lot.

Voel ik mij in het hart gebeten,
ik roem de omruilregeling:
dat ik van uw bestaan mag weten,
verzoend met afstand van geding.

Want evenwel niettegenstaande
elk woord waarmee ik mij behelp:
’t besef, omtrent u in mij gaande,
blinkt als een parel in mijn schelp.