Van hak op tak gesprongen,
gekwaak versus gekweel;
volkomen schor gezongen,
de vogels in mijn keel.
Gekortwiekt & ontvleugeld,
door god mag weten wie;
hun zoet gezang beteugeld,
goodbye, close harmony?
En toch, ze blijven zingen,
extreem daartoe gebekt:
een lied vol hunkeringen,
een lied dat weemoed wekt.