LOBUS FRONTALIS

dark-room

Lobus frontalis, mijn frontale hersenkwab, mijn voorhoofd langs de binnenkant?
Ruïneus, ontnobeld, verlaten want onbewoonbaar verklaard.
De ogen uit de kop geschreid, het dwaalhuis van mijn hersenschimmen?
Weinig nog te zien van de 650 kilometer bloedvaten in mijn brein, waarvan de muren -vroeger bekleed met ondoordringbare endotheelcellen- plots door schimmels worden overwoekerd. Heeft de ‘bloed-hersenbarrière’ forfait gegeven, is mijn ‘neurovasculaire eenheid’ verbrokkeld geraakt, hangen hier mijn hersenspinsels in de donkere hoeken? Zal ik nu zelf misschien aan den vege lijve mogen ondervinden, wat mijn grootmoeder overkwam, voortijdig verjaagd uit haar huis door ‘der heimliche Alz Heimer’ met zijn dwaze praatjes?

Het geloof in de ‘zachte krachten’ als een hoop verdorde bladeren terug naar binnen gewaaid door de kapotte ramen: waarom gun ik zelfs de daklozen geen onderkomen in mijn leegstaand brein, en heb ik op mijn buitenmuren gekalkt:

“LAAT MIJ GERUST!”

Omdat ik…?
Doch, indien niet:
nog erger.