ORA PRO NOBIS

De Maranta? Noem hem liever
bij z’n zinneprikkelende naam: de Tien-geboden-plant.
Dan wil je toch meteen weten waarom?
Omdat men ging vinden, dat de bladeren deden
denken aan die beruchte stenen tafelen van Mozes
met de tien geboden daarop?

Maar in de volksmond spreekt men
meestal van de ‘gebedsplant’ en dan wordt het pas
helemaal een fascinerende bedoening,
waar ik elke avond toch zo vertederd om moet lachen:
omdat hij dan telkens zijn magische bladeren
als een bende bidden handen ten hemel richt.

Denkt de gebedsplant misschien:
God’s molens draaien langzaam, dus laat ons bidden,
elke nacht opnieuw, vooruit dan maar?
Of zou God even vertederd om ons moeten lachen
en zich afvragen waarom de mensen soms
toch zo’n onbegrijpelijke dingen doen.

Doch als de werkelijkheid ophoudt
de verbeelding te tarten, is er voor alles een uitleg,
maar die doet in dit geval geen afbreuk aan
het wonderlijk gebeuren: als de bladeren omhoog staan,
kunnen de regendruppels de grond bereiken,
ten bate van de wortels dus.

Bovendien blijven ze dan niet
op de bladeren liggen, waardoor bacteriën vrij spel
zouden krijgen. En dat weten die gebedsplanten
allemaal uit hun eigen, ontsproten aan het
tropisch regenwoud, en ingefluisterd door de bomen
die zich over hen ontfermen.

Ze hebben daar geen bijeengesprokkeld
Ai-overzicht voor nodig, en al staan ze niet meer
in het regenwoud, ze houden er blijkbaar
rekening mee dat het mogelijk zou kunnen
lekken in de veranda: ze lijken wel
hun heilige voorzienigheid zelve.

Hoe dan ook, ik zie het elke avond met verwondering aan.