Zopas op Canvas de beklijvende film ‘New pigs on the block’ gezien van Jimmy Kets, aangekondigd als volgt:‘Luc, Mia en Anja zijn drie varkens die deel uitmaken van een sociaal buurtproject.
Op een klein stukje niemandsland verwerken ze de voedseloverschotten van de buurt. Een nobel initiatief dat voor de varkens begint als een stukje paradijs op aarde. Maar wanneer de seizoenen vorderen, wordt het sprookje steeds grimmiger.
De camera van fotograaf/regisseur Jimmy Kets (De Standaard, Wij zijn van Nienof, Shalom Allemaal! ) brengt ons op ooghoogte van Luc, Mia en Anja en kijkt vandaar ook met hen mee naar de mens. ‘New Pigs on the Block’ is een teder confronterende film, die op ongeziene wijze de ambigue relatie belicht tussen mens en dier.’
Het spilvarken is een project dat in 2014 ontstond, maar Jimmy Kets ontdekte het initiatief pas in 2018. “Ik was tijdens een zomeravond mijn hond aan het uitlaten. Meestal wandel ik elke dag dezelfde route, maar die avond nam ik een andere weg.” Zo stootte de fotojournalist op drie varkens, op 300 meter van zijn woonst. “Het was liefde op het eerste gezicht”, grijnst hij, “al weet ik niet of dat wederzijds was.”
‘New pigs on the block’ dus. Ik wou hem zeker zien. Mijn Tante Mit, moeders oudste zuster, had een boerderij waar ik als kind op vakantie mocht. Zij hield het meest van haar varkens, en dat maakte mij blij, want ook ik kwam het liefst in de varkensstal, type zoals hierboven.
Toen al begreep ik die liefde, ik heb die meteen met haar gedeeld. O wee als de jongens de varkens opjoegen als ze in de wei waren, want daar kunnen varkens niet tegen, met hun mensenkleine hart. Hoe dan ook, eenmaal terug thuis verging ik van heimwee naar dat boerenleven.
De film raakte mij dan ook ten zeerste. Ik wou er onmiddellijk graag wat meer over weten, maar ik blijf ermee op mijn honger zitten. Varkens heten kieskeurig te zijn, maar die walgelijke uitgekapte brijen in die modderige bakken, waaraan ze werden overgeleverd deden mij denken: wie zijn hier eigenlijk de échte vieze varkens?
En las ik niet dat het bij wet verboden is om varkens te voederen met keukenafval?? Ik ging het gaandeweg zeer bedenkelijk vinden, dat zogenaamd sociaal buurtproject. Terug te brengen tot ‘joepie, ik raak hier lekker mijn afval kwijt!’ Tot daar nog aan toe, maar de schabouwelijke manier waarop vond ik stuitend. Dat ging er bij mijn tante dan wel heel wat menselijker aan toe.
Toen ik vanmorgen om half vijf even uit bed moest, dacht ik: licht uit & voort slapen! Maar plots brandde weer dat eindbeeld van dat bang varken op mijn netvlies. Pas aangekomen in het slachthuis, stond het daar roerloos te luisteren naar het gekeel van de varkensslacht, met een blik in de ogen die ik nooit meer zal kunnen vergeten. Tot het even later heftig stuiptrekkend voorbij kwam gerold, met nog altijd die blik.
Varkens, verheerlijkt en vervloekt tegelijkertijd: zo dicht bij de aarde en zo ver van god? Het varken krijgt pas waarde als het dood is? Doch geregeld komen ons de gruwelpraktijken in slachthuizen ter ore: ‘Varkens vinden krijsend de dood in kokend water.’ De verslagen van de inspecteurs gaan door merg en been, vertelt de woordvoerder van Varkens in Nood. Bovendien & daar bovenop gaat er vaak iets mis met de bedwelming door de hoge slachtsnelheid aan 650 varkens per uur!
Churchil merkte ooit op dat honden tegen ons opkijken, en katten op ons neer, maar dat varkens ons als hun gelijken zien. Zodra men zich het lot van varkens aantrekt wordt hun lot problematisch. We voelen ons ongemakkelijk over ons aandeel in hun leven en hun dood. Dat heeft Jimmy Kets van zeer dichtbij weer eens duidelijk gemaakt.
Je ziel wiegen in Abrahams schoot? Niets, maar dan ook niets in dit leven gebeurt uiteindelijk zonder slag of stoot, noch zonder gewetensnood. De Blauwe Planeet dwingt ons voortdurend tot de confrontatie met verdomd harde wetten, in een strijd zowel om te mogen als om te moeten leven. En/of te sterven.






