Moja Vieda, mijn gedachten
gaan uit van ‘veréénde’ krachten:
ieder antwoord, elke vraag,
grijpt mijn denken bij de kraag.
Alles tussen zien & horen
trekt niet te bespeuren sporen:
doch ze zingen bij mooi weer,
hier leg ik mijn zakdoek neer.
Of op zoek naar wat erbarmen,
met de ziel onder de armen:
hoe vertroostend als dan blijkt,
wij zijn op elkaar geijkt.
