Van vliegen gesproken: je moet er wel
een hemelhoge vlucht voor nemen om er te geraken,
in die door de vogels gebouwde luchtstad
‘Wolkenckuckucksheim’ zoals beschreven door de
Griekse dichter Aristophanes in zijn komedie ‘De Vogels’.
Het thema daarvan lijkt actueler dan ooit: ‘Macht en
desillusie, op zoek naar een utopische samenleving’.
Voor wie vleugels heeft staat de hoogte open?
Geen vogel die er de vleugels voor laat hangen.
Maar ook al wordt er beweerd: het is beter eens
in de hemel, dan zeven keer aan de deur, men kan
niet met kousen en schoenen in de hemel komen.
Dat kan dus alleen maar ‘auf flügeln des Gesanges’.
Wie eine Berührung der Seele.
Of zoals Achterberg zou zeggen:
‘En de ziel, het helle zeil,
als een vogel over mij.
Hemelsnede.
Heil.‘
