NESTVLIEDERS

Je nest verliezen, dat overkomt niet alleen vaak de vogels, maar steeds vaker ook de mens. Op allerlei manieren, maar in het ergste geval toch wel: door oorlog of door brand. En wat een onvoorstelbare gedachte: het kwijt zijn van alles. In zak & as zitten is in figuurlijke zin al zo erg, maar in de meest letterlijke zin moet dat ronduit onbeschrijfelijk zijn.

Je nest, dat draag je onbewust altijd met je mee, waar je ook gaat of staat. Voor twee nachten naar Parijs? Ook al vertoef je er nauwelijks: voor mij geen miezerige kamer om kosten te besparen. Het bederft je hele verblijf. Die miezerige kamer gaat ongemerkt overal met je mee, ze houdt huis in je achterhoofd. Dan maar liever een keertje minder.

Echter, wat zet je daar in godsnaam tegenover voor al die mensen die het compleet onvoorstelbare dan toch moeten meemaken? Als zelfs de vleugels van hun bewaarengel vlam hebben gevat? Het is wereldwijd aan de gang. Alleen al mijn gedachten daaraan leggen mij het vuur aan de schenen, terwijl de radio zingt: ‘Vluchten kan niet meer…”

Het doet me bovendien ook weer denken aan ons geliefde ouderlijk huis, dat na vaders dood willens nillens moest worden verkocht.

En alsof dat op zich al niet pijnlijk genoeg was, bleek alleen de oorspronkelijke gevel ervan overeind te blijven. Waarachter vervolgens ons hele huis werd afgebroken & vervangen door een nieuwbouw. Toch ook wel twee keer een voelbare vorm van ‘je nest verliezen’.

Denkend aan de gestorven vader, die het zich eveneens niet zou kunnen voorstellen, dat wij dat hebben laten gebeuren: het weerloos laten verdwijnen van zijn levensgedroomde huis. Hoe de vader in mij daar om treurt. En hoe het mij ontbreekt aan de gepaste troost. Eens temeer, Lucebert, blijkt inderdaad: alles van waarde is weerloos.