ACH, JONGEN OP HET DAK..

Jawel, ach jongen op het dak.
De kroniek van jouw aangekondigde dood heeft meer (juiste) woorden
nodig dan er momenteel aan worden besteed, durf ik te denken.
Meer dan de opgewonden verklaring: “Zijn hoofd is uit elkaar gespat.”

Meneer De Vuist kan je alleen maar dankbaar zijn.
Hij die zelf de wereld heeft toegeschreeuwd, dat hij ‘iemand kan neerschieten, zonder daar stemmen mee te verliezen‘. Maar zoals altijd weet hij, ook nu weer, de rollen handig om te draaien.

Het bloed ‘kroop’ meteen waar het niet kon gaan:
‘gutsend’ ware sowieso indrukwekkender geweest.
Nu leek hij slechts een vergezochte piercing te hebben ondergaan.
Zijn omhoog gestoken vuist als een dreigende granaat in de lucht.

Maar wat moeten jongeren van twintig in godsnaam ook denken
van al die ondraaglijke schouwtonelen om hen heen?
Geen enkele letter van de wet wist & weet die ‘gevuiste geviseerde’
ook maar één stap terug te dringen. Dat zegeviert er maar op los.

Terwijl dat hoe dan ook al lang gestopt had moeten zijn.
‘Schuldig verzuim’ is een zeer ingewikkeld begrip, dat weet ik
ook zelf maar al te goed. Het juiste besef ervan moet werken
als de trillende naald op een deugdelijk kompas.

En wat heeft die naald te doen? Het eeuwige noorden aanwijzen,
dat ijkpunt waarop men blindelings moet kunnen vertrouwen.
Zo ook ons aller innerlijk kompas. Ach, jongen op het dak,
jij die de code brak: ik heb met je te doen.

God heeft het ondenkbare voorkomen?”
Dan had God dat al veel eerder moeten doen, net zoals ook die ‘zelfverklaarde god’ dat al lang had moeten overwegen.
Hoe radeloos moeten wij met z’n allen nog worden,
om ook niet alsnog op een dak te kruipen?