Iemand die ongezegd
de wraak wordt toegewezen:
hoewel niet in zijn recht,
raakt het toch onvolprezen?
Moet hij, alias Piet Snot,
op niets of niemand wachten:
meent hij, ik ben een god,
in ’t diepst van mijn gedachten?
Het wil geoorloofd zijn,
uitschot een lesje leren:
feest van verdiende pijn,
de zondebok castreren?
Doen wat er wordt beoogd,
binnen de tien geboden:
ach, werd het maar gedoogd,
ach, mocht ik hem maar doden?
