Blaas, winden!
Scheur zijn wangen, loei en blaas!
Wolkbreuken en orkanen, spuit,
tot elke toren verdrinkt, met haan en al verzuipt!
Jij zwavelvuur, zo snel als de gedachte,
heraut van donderslag die eiken klieft,
schroei zijn wit hoofd!
En jij, al-schokkend onweer,
sla plat de dikke rondheid van zijn wereld!
Shakespeare
