GEWAPENDERHAND

Ze voelden zich vuil zijn geworden,
er hing bloed aan & opstuivend zand:
elk woord dat ik wilde gebruiken,
klonk opeens als gewapenderhand.

Geen sprake van spreken is zilver,
evenmin als van zwijgen is goud:
elk woord in mijn dikke Van Dale,
een slak die bestrooid leek met zout.

Al zijn ze soms niet meer te vinden,
al raak ik niet meer vrijgepleit:
‘k heb ze letter voor letter gewassen,
mijn woorden vervuild door de tijd.

Zorgvuldig te drogen gehangen,
aan de waslijn van de Volkenbond:
vandaar dus met een woordeloze
door wasspelden gesnoerde mond.

NILS

De onvoltooid verleden tijd,
of -om het op z’n Tellegen’s te zeggen- die ‘Kale Onzentwil’:
voor elk wat wils, maar niet voor Nils?

Wat had de wereld vandaag
graag zijn eerste verjaardag willen vieren:
echter, wie of wat zou ons daar van kunnen tegenhouden?

Ook al hadden de Schikgodinnen Klotho, de spinster,
Lachesis, de verdeelster & Atropos, de onafwendbare
amper twee levensdagen voor hem in petto.

Wisten zij: Nils kan het ook zonder ons?
Zijn naam betekent ‘overwinnaar’ en dat zal hij,
hoe dan ook, waar maken.

Van Dale zegt het niet te weten:
van wié, waarvoor, dat lichtend spoor?
Volgens de wet en de profeten,
zijn hier, daardoor, geen woorden voor.

De dag staat niet met lege handen,
en Nils kreeg vleugels bovendien.
Zijn naam, een gloeidraad die blijft branden,
en zo zijn levenslicht laat zien.

Hoe hoogst bijzonder hij zal blijven,
in ’t hemels hogedrukgebied
is met geen woorden te beschrijven,
maar godzijdank, dat hoeft ook niet.