OPTELSOM

Mocht wat-niet-kan min niet
ons iets van harte gunnen,
mocht dat, plots in ‘t verschiet,
tegen een stootje kunnen,

plus minus meer dan ooit
het desondankse willen,
in weerwil van de nooit
verzoenbare verschillen,

mocht dat, tot hier geschopt,
gezoet dus ongezouten
een uitkomst zijn die klopt,
ondanks de som der fouten,

tot spijt van wie ’t benijdt,
dat ware iets bijzonder:
bleek ik in tegenstrijd
dan toch een rekenwonder.