Inmiddels is het alweer volop december. Er dwarrelt weer sneeuw over mijn firefox-scherm. Zomaar vanzelf, en volkomen naar mijn zin. Op de wijze zoals hierboven, maar dan in volle breedte. Sneeuw waar geen vodden van komen: smelt niet, vriest niet aan, geen strooizout nodig.
Alsof God zijn vol geraakte perforator leegschudt, van zo hemelhoog dat de uitgestanste rondellekes er meer dan een maand moeten over doen, eer ze zijn uit gesneeuwd, om daarna weer even plots te verdwijnen.

Natuurlijk, daar zijn ook de zogenaamde kersthaters weer in hun columns, nu het ook op hun zeurkalender alsnog kerstmis dreigt te worden: “Al bijna twee maanden moet ik die wansmakelijke led-horror verdragen. Het zijn weer harde dagen, kerstmis spreidt z’n walm weer uit!”
Niettemin, led-me-go! Ik slaak weer een zucht van verlichting, trouw aan de heilige boodschap: de lendenen omgorden & de lampjes brandend houden. En ja, leve daartoe de ledjes in de donkere tunnel van de tijd. Vroeger waren die beruchte kerstlichtjes pas écht een horror:
eerst ontrafelen en dan urenlang zoeken naar de defektjes, want als er ééntje kapot was, brandde de hele slinger niet. En als ze dan eindelijk brandden was je voortdurend bang dat ze weer zouden uitvallen. Die binnenskamerse onrust is alvast niet meer aan de orde wat dat betreft.
Maar die kleinschalige onrust van toendertijd is inmiddels vervangen door een wereldwijde. Niets is nog wat het toen leek te zijn: een magische gebeurtenis. Er komen schuldgevoelens aan het licht, het geglinster lijkt gestolen goed: we betimmeren andermans licht?
We worden om begrijpelijke redenen bepreekt & onderuit gehaald: glühwein staan te drinken, verbolgen durven te zijn over een gedrochtelijke kersttent, cadeautjes lopen te zoeken, het huis weer vol lichtjes proberen te sentimenteren.. wat een tegenstrijdige bezigheden.
Het leven-zoals-het-is: vol onverzoenlijkheden, ga er maar aan staan. Kerstmis, hoe kort door de bocht ook, lijkt niettemin nog altijd bedoeld om er iets moois van te maken. En liefst met dàt wat Elias Canetti benoemt als:“Het heiligste, dat tegelijk het gevoeligste is: nabijheid.”
En wat komt deze hommelkoningin hier bij doen? Ik heb ze nog enkele seconden horen brommen, maar toen hield het plots op. Onmiddellijk alle spinnenwebben nagekeken, maar niks ter zien, het bleef stil. Tot ik ze vandaag, bezig met m’n lichtjes, ineens als een dier-baar juweeltje dood op de grond zag liggen. Laatste lijn: nabijer kan ze mij niet zijn.





