BRIEVENBUSBLOEMEN

Altijd weer zo wonderlijk,
wat mensen weten te verzinnen: nooit eerder van gehoord,
maar plots kreeg ik zowaar een ‘bloemenbrief’
van mijn hart- en zielebehoedster Cecilia.

Een platte doos van nauwelijks een paar centimeter hoog,
waarin tussen doorzichtige lakentjes van celofaan een aantal
doornroosjes steelsgewijs lagen te slapen tussen
hun eigen groen, zo freel, zo aandoenlijk, zo verrukkelijk.

Hun roze ietwat verfrommelde kopjes deden heel even
denken aan pasgeboren baby’s. Ik werd dan ook op slag
één en al bekommernis om hun welzijn:
een vaas vol levensreddend moederwater.

En het wonder geschiedde in een mum van tijd:
eenmaal tot ruiker getransformeerd, zag ik ze letterlijk
minuut na minuut tot leven komen & tot volle bloei,
mede wakker gekust door mijn dankbare verwondering.

‘Love is a rose’ zingt Linda Ronstadt,
‘I want to see what’s never been seen..’
Maar de woorden klinken mooier dan het gezongen lied,
brievenbusrozen bezingen zichzelf.