EEN KUS VOOR DE MUS

De adelaar van de dakgoot?
De thuisblijver, alias de tegenpool van de trekvogel?

Sowieso sluw, taai en intelligent. Met verhoudingsgewijze
grote hersenen in dat kleine mussenkopje, en daardoor
begiftigd met een geniaal aanpassingsvermogen
en een trukendoos vol slimmigheden.

Laat zich door weinig nieuwigheden uit het veld slaan,
integendeel zelfs, Mus wordt er juist door geprikkeld.
Volgens Einstein is ‘de maatstaf voor intelligentie
het vermogen tot verandering’. Mus wordt dus terecht
‘Meester van de aanpassing’ genoemd.

Vreemd voedsel? Eeuwig licht? Constant lawaai?
Verkeersrisico’s? Mus weet het allemaal naar zijn bek
te zetten in een vleugelomdraai, als wijdst verspreide vogel
ter wereld, met ‘ooit’ een totale populatie
van ongeveer 540 miljoen exemplaren.

v

Weegt amper 35 vederlichte grammetjes,
maar kan een snelheid halen van 40 km per uur,
aan 13 vleugelslagen per seconde. Echter, ondanks deze
vaardigheden kent het mussenvolk in de grote steden een terugloop
van 90 %, vooral door te weinig levensruimte.
Sinds 2002 dan ook beschouwd als ernstig bedreigd.

Slechts de helft van de jonkies overleeft het
eerste half jaar door toedoen van katten, uilen, meeuwen,
reigers alsook alle kraaiachtigen. Of het verkeer zo te zien.
Bovendien werden Mussen in het verleden soms als
een plaag beschouwd door de mens, en kreeg men zelfs
2 cent per gedode vogel.

Mus zou een symbool zijn van hitsige wulpsheid,
en gezien worden als een favoriet van de duivel.
Hippend door het leven als een zakloper, omdat hij
de stervende Christus z’n lijden niet wilde verlichten, zoals
het Roodborstje dat wél heeft gedaan?
Ach, de mens & zijn zichzelf reflecterende verhalen..

Inmiddels weten we hopelijk wel beter?
Mus rijmt niet voor niks op Egidius, waer bestu bleven?
Zoals ook op ‘raere perenius: duurzamer dan staal.
En last but not least rijmt Mus ook op Sysifus:
broeden & nog eens broeden, tegen de hel op.

Maar gelukkig wacht Mus een hoopvollere tijd,
want verkozen tot ‘Vogel van het Jaar’.
Zal weer een warm nest vinden van gevleugelde woorden,
en zal van Vondel weer vrijpostig mogen neerstrijken
op ’t hagelwit van Suzanne Bartelotti’s ‘borsjes alle beide’.

Het vrolijke gekwetter van Mus zal ons plots
weer zoveel mooier in de oren klinken dan dat totaal
overbodige woordgetjielp van de dichter Jan Hanlo. Mus mag zich
weer overgeven ‘aan liefde’s duistere en onverzadigbare eetlust’
tussen de dorre bladeren van William Carlos Williams.

Zelfs de glanzende eksters & de roezerozige Tortels
dienen dit jaar hun kroon naar de Mus te werpen,
als zal deze niet weten hoe dat onding op het daartoe
totaal ongeschikte kopje te houden.

Cornelis Guillaume van Beverloo / Corneille

Doch ook zonder kroon zal Mus dit jaar
de uitgeroepen koning der gevleugelden zijn.
Aldus een kus voor de Mus, vol ‘gemus’ & verlangen
naar schoonheid & naar ogentroost.

Dat wordt koesteren.