MISERERE NOBIS

Of het nu lang
of niet zo lang, of niet lang genoeg is geweest,
ooit is iedereen er geweest,
en altijd is het wel eens een keer mooi geweest.

En of hij nu gaat, of zij, of gij, of ik,
allemaal zullen we gaan,
vroeger of later, maar voor ieder van ons
elke keer in een nu.

Maar zelfs als we weg zijn blijven we hier
in iets klein, in iets groot, in een hoofd, in een cel,
in de lucht, in een zucht.

Weet:
gij zijt niet alleen,

ge laat niet alleen, ge gaat niet alleen,
ge blijft niet alleen.
Want wij allemaal,
wij ook.

ILJAH